Ode aan de dood

Ode aan de dood

maandag 27 februari 2012

Picadilly Notebook Entry #19


Valentijn 14-02-2012

Het eerste jaar van de Picadilly Notebook! Hiep, hiep! Hoera! Al een jaar lang heeft dit boekje de twijfelachtige eer het slechtst onderhouden, onregelmatigste dagboek ooit te zijn, evenals een essay- en gedichtenbundel. In zekere zin belichaamt deze verzameling van inkt, potlood en zo'n 240 bladzijdes (als ik mij niet vergis) de heterogeniteit van mijn bewustzijn. Ik mis alle focus om een rode draad te scheppen doorheen een hele bundel en dus heb ik het op mij genomen ten minste op elke Valentijn dit bastaardkind van mijn melancholie en opleiding te huldigen en te feliciteren en het voorbije jaar eens te bekijken. Ik ben nu 20 jaar en sta aan het begin van het decennia waarin ik mijn studies normaal gezien zou moeten afmaken en een productief lid van de maatschappij hoor te worden (a.k.a. werk vinden) en weg van huis ga wonen. Laten we hopen dat alle 3 met niet al te veel problemen verlopen.
In de eerste entry som ik enkele zaken op waarvan de eerste Tia is. Ja, Tia. De derde Miserlou in een lange, lange lijst. Toen ik vorig jaar haar vermelde was het uit verliefdheid, nu is het uit wat Raksha, de Indische uit Dubai die vriendschap stopzet vanwege oppervlakkigheid en “leegheid”, bittersweetness noemt. Een mengeling van pijn en genot, blij dat het goed is, verdrietig dat het niet anders is.
Toen ik vorig jaar met haar afsprak was het uit liefde, om haar te winnen. Toen ik dit jaar zaterdag 11/02 met haar afsprak was het om mee naar een bende mensen te gaan waarvan ik enkel haar ken en voor mezelf nog maar eens bevestigd te zien dat ik slecht ben met vreemden en met groepen. Ik hoop maar dat ik geen storende factor was voor Tia en de rest van de youtube-gathering. Ook wil ik Shalini bedanken voor haar inzet als organisatrice en haar feliciteren met haar kunsten op dat domein. Misschien is het ook wel belangrijk aan te merken dat ik Tia en Sidney het beste wens. Blij dat het goed is, verdrietig dat het niet anders is.
Het tweede semester van mijn tweede bachelorjaar is begonnen, met goede punten voor het eerste. Weer 1/8 dichter bij mijn diploma. De invloed van mijn opleiding zal steeds meer en meer merkbaar worden naarmate de inkt verder en verder over de pagina's van dit boekje heen kruipt. Hoe filosofie mijn leven nog verder zal bepalen is nog steeds een bron van vraag, verwarring en twijfel voor mij.
Dat was leven, liefde en filosofie. Nu nog kunst. Het conservatorium was geen al te groot succes. Buiten na ronde 1 voor Woordkunst en na ronde 2 voor Acteren. Ach ja. Het geeft me een dieper, hoewel negatief (negatief als in de zin van 'het heeft die kenmerken niet', niet als in een waardeoordeel) beeld van acteren en dat is ook belangrijk. Het dichtstbijzijnde toneelgebeuren is de stuntshow deze zondag. Als het aankomt op zelfstandige projecten, “Yadda Yadda VZW” was een groot succes, maar er ligt momenteel niets in het verschiet. Frappant TXT-on-stage heeft mijn teksten ook vriendelijk afgewezen. Competitie-schrijver gaat me ook niet zo vlot af als verwacht. Dan zijn er nog de tentoonstellingen waar een 3-tal teksten van mij werden geëxposeerd. Mijn deelname aan deze expo's is integraal mogelijk gemaakt door Ann Van de Velde, die ik dan ook oprecht bedank. Dank u wel, Ann, voor de hulp en de steeds boeiende conversaties. Toch wil ik nog even stilstaan bij de tentoonstellingen (en in zekere zin ook bij de dissectie-tekenmarathon). Ik heb mezelf altijd al een Kerouaceske voorbijganger gevonden wanneer het aankomt op muziek. Een reiziger die, niet geheel vrij van kritiek op de regels van de maatschappij, op zoek is naar waar de wereld echt van leeft en daarom van plaats naar plaats trekt, langdurige stilstand niet aanvaardend, uit angst wortel te schieten en vast te roesten, maar nooit verder raakt dan wat notities van een toeschouwer, nooit een echte participant. Dit gevoel bekroop me ook bij de tentoonstellingen en de dissectie-tekenmarathon. Het waren voornamelijk beeldende kunstenaars die meewerkten en participeerden. Men kan zeggen 'kunst is kunst', maar dan zou ik ten eerste ontzet zijn door zo'n ruwe uitspraak en daarna verward dat men zo weinig oog zou kunnen hebben voor de essentie en werking van de afzonderlijke disciplines. Elke kunstdiscipline heeft zijn eigen taal (Ja, daar is dat woord weer, Ann) en deze kan actief en/of passief gekend zijn. Om beide vormen van kennis nader te definiëren zal ik de analogie tussen communicatieve (lees als babbeltaal) en artistieke taal uitgebreider uitwerken, maar dit in het volgende essay, want dat zou me te ver weg leiden van dit essay en diens functie. Om het simpel te zeggen voelde ik mij niet thuis. Ik kan beeldende kunst met veel moeite interpreteren, maar maken? Verder dan scèneplaatsing en lichaamshouding raak ik niet. Voor moderne of postmoderne kunst heb ik uitleg of toch ten minste context nodig om een betekenis te kunnen geven. En dit als onderscheid tussen visuele en conceptuele herkenbaarheid, wat ik eveneens volgend essay zal bespreken.
Beeldende kunst en woordkunst zijn andere talen, andere systemen, en ik voel me snel 'unheimlich' als ik woordkunst verlaat. Het gevoel een toerist met een handje vol basiszinnetjes uit een vreemde taal, hopend dat ik niet verder moet gaan dan dat, te zijn bewonder ik de vaardigheden van kunstenaars, zonder enig idee waar die beweging, die kleurencombinatie of die lijnenverzameling voor staat. Verder dan de uitleg op de bordjes raak ik maar met de grootste moeite. Daarom spreek ik niet veel mensen en houd ik me enigszins afzijdig tot er een adequate hoeveelheid tijd is verstreken om dan het minimum aan vaarwels en tot-de-volgendes te verdwijnen en het alles onderweg naar huis nog eens te overdenken in het emotioneel, sociaal solipsisme dat me zo eigen is en in de artistieke taal en volgens het systeem waar ik me thuis in voel.
Ergens tussen de witruimtes is het leven hier weer tussen gekropen. Tot volgend jaar, Valentijn!

2 opmerkingen:

  1. Ik denk dat het zich niet thuis voelen juist heel veel zegt over het wel begrijpen (wat verder gaat dan interpreteren, bewonderen en maken) van kunst zonder de context te kennen of de uitleg op de bordjes te lezen. Want is het niet dat alle kunst oplost en verdwijnt vanaf het moment dat we ons gaan wanen in een gezellige huiskamer waar alle meubelen precies op de plaats staan zoals we ze al jaren zo weten staan? Is het niet veel spannender (een woord dat ik nu opnieuw beter naar waarde kan schatten) om juist blijvend het gevoel te hebben van hier niet thuis te zijn, blijvend onderweg te willen gaan, op zoek naar al die andere plaatsen die nooit een thuis kunnen zijn doordat er bewegingen, kleurencombinaties en lijnenverzamelingen gemaakt worden?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Kunst lijkt mij plaats te vinden in de ruimte waar elke vorm van interpretatie gebeurt, tussen volkomen vreemd en volkomen bekend. Als we inderdaad volkomen bekend zijn met het kunstwerk en die "huiselijke" sfeer voelen, verliest het zijn waarde omdat het niet naar waarde wordt geschat. Maar als het volkomen vreemd is (waar ik zelf dichter bij sta) is er ook kans er voorbij aan te gaan omdat er geen begin lijk te zijn voor verdere interpretatie.

      Verwijderen