Ode aan de dood

Ode aan de dood

zaterdag 28 mei 2011

In referentie

1 Een vrijgezel die gaat pas slapen
2 Als zijn geld op is of zijn dorst gestild
3 Een vrijgezel die gaat pas slapen
4 Als Benny hem van zijn strepen heeft gevild

5 De laatste middernachtzon als nachtlamp
6 Omdat hij bang is in het donker
7 De ratten en de vliegen zijn gevlucht met kramp
8 Want, godlief, het stonk er

9 Hij wilt zijn reddingsbootje aanlijnen
10 Maar niet zoals de vis zei, is de tijd oeverloos
11 En de vuurtoren begint te verdwijnen
12 Door de limonadeglazen vodka en Bulgaarse wijn in een doos

13 Maar sommigen zijn beter af zonder vrouw
14 Want die geven niets dan last
15 En Tom is die van hem al jaren trouw
16 Maar Frank stak zijn huis in de fik, het was een kast

17 Maar hey, Jude zei dat het niet zo erg was
18 En dat een lief wonderen doet
19 En als is ze misschien niet de mooiste van de klas
20 Je voelt je goed, zei Johan, je voelt je goed

21 Dus tijd om uit de grot te komen
22 En te zoeken naar een meisje, net en genereus
23 De leeuw heeft het nooit doen stomen
24 Maar ik heb de arbeiders van het lied nodig om haar te krijgen, dansen is geen keus

25 Nu heb ik alle hotels gezien van Chelsea tot California
26 Er lijkt geen liefde, enkel wanhoop wanneer ze dronken is
27 Bijna dromend genoeg voor Mia
28 En toch smeek ik de wereld voor iemand die ik mis

29 Hopelijk zal de engel mij ooit hebben gered
30 En steekt Alice het witte konijn terug in zijn kot
31 En zal Saramago een punt zetten in het wit van mijn gebed
32 En heb ik eindelijk eens prijs met het lot













Referenties:

r.1: Een vrijgezel die gaat pas slapen – Benny Nijmans
r.3: Een vrijgezel die gaat pas slapen – Benny Nijmans
r.4: Benny Nijmans

r.5: laatste middernachtzon -> last midnight sun -> mijn oude gedichten (deze heb ik niet
geteld)

r.9: reddingsbootje -> Titanic (dit is den halve omdat hij onduidelijk is)
r.10: de vis -> spinvis + Oevers van de tijd – Spinvis
r.12: Limonadeglazen vodka – Spinvis + Boecht van den Aldi – Clement Peerens Explosition

r.13: Maar sommigen zijn beter af zonder vrouw -> Better off without a wife – Tom Waits
r.14: Wijven niks als last – Katastroof
r.15: Tom en zijn vrouw -> Tom Waits en zijn vrouw Kathleen Brennan
r.16: Frank -> Franks Wild Years – Tom Waits + het was een kast -> Kindje van God – Spinvis

r.17: Hey, Jude – The Beatles
r.19: Mooiste van de klas – De Mens
r.20: Ik voel me goed – Johan Verminnen

r.21: Allegorie van de Grot – Plato + De grot – Gorki
r.22: Ik wil deze nacht in de straten verdwalen – Wannes van de Velde
r.23: Leeuw -> Leo -> Leonard Cohen
r.24: Arbeiders van het lied -> workers in song -> Chelsea Hotel #2 – Leonard Cohen + Dansen is
geen keus -> I'd rather dance with you – The Kings of Convenience

r.25: Chelsea Hotel #2 – Leonard Cohen + Hotel California – The Eagles (the Eagles hebben
trouwens ook Ol' 55 van Tom Waits gecovered)
r.26: Er lijkt geen liefde, enkel wanhoop wanneer ze dronken is -> There's no Devil, there's
just God when he's drunk -> Mr. Siegal – Tom Waits
r.27: Mia – Gorki
r.28: Please send me somebody to love – Barrel Grant

r.29: Engel, red mij – Gorki
r.30 Alice in Wonderland – Lewis Carrol
r.31: José Saramago + punt zetten -> Saramago gebruikt haast geen interpunctie + wit -> witte
blindheid -> Stad der Blinden – José Saramago
r.32: Prijs met het lot -> noodlot -> noodlot is een raadsel en gaat als volgt: wat kost niets
en toch altijd prijs -> Smalfilm – Spinvis

maandag 16 mei 2011

Picadilly Notebook Entry #13

16/05/2011 Dronkenmansdichten

Het is al een tijd geleden dat ik nog eens eentje als dit heb geschreven. Het komt doordat ik terug in een biografie over Tom Waits ben beginnen lezen. Doet me eraan denken dat het niet uitmaakt waar je een melancholicus zet en met wie je hem laat rondhangen, zijn essentie als blauw-gezopen bard blijft bestaan. Ze komt erdoor als de ex van de bluebird die Bukowsky verdrinkt en oprookt, de ex die het minder goed heeft opgepakt en hopeloos tracht de serveerster te versieren in een bar waar zelfs de barvliegen al aan het papier zijn geplakt in de hoop dat hoger ook dichter bij dromen betekent. Het is een dronkenmansdicht (eveneens een zelfgekozen naam). De opbouw is simpel: 4 kwatrijnen en gekruist rijm. Ritme is niet nodig. Het onderwerp valt te kiezen uit alle dromen die kapot zijn gegaan: familieproblemen, verloren liefde en de grote vlucht die halverwege werd gestopt door een kreupel worden door onbezonnenheid en het blindstaren op de zon en de maan die de grote leegte erachter verbergen. Deze dronkenmansdichten hebben heel lang heel mijn dichtbundel 'Songs for lost lovers and midnight strangers' uitgemaakt. Ze waren de woorden van de melancholicus die misschien reeds bestond als kind, maar vrij spel kreeg bij het verwerken van de herstellens- en lijdensweg van mijn broer. Hij heeft zich ontwikkelt tot een automatisch aanvoelen van het moment waarop geluk in pijn verglijdt, zoals de wielen van de nachtbus over de vergoten straten tegen het kruisend verkeer. Ik vraag mij af of en hoe mijn dronkenmansdichten van stijl en inhoud is veranderd.

Blind like Saramago

Where do you want it?
On the shelf in your bedroom
At the end of the line, where it can sit
With the rest of the ones you lead to their doom?

How do you want it?
Busted, bruised, black & blue
Or in a birthday suit that won't even fit?
You brought down my hands so you might as well tell me what to do

You're the temptress of the numb
The queen of the rebels
You seperate the wise from the dumb
And swith around their hulls

Blind like Saramago
I walk into your arms
And foolish like Romeo
I learn that love always harms

Ik weet niet of ik tevreden moet zijn. Ik stuit weer op hetzelfde probleem dat ik enkele jaren geleden ontdekte: de laatste vers komt te snel. Inhouds- en vocabulairegewijs weet ik ook niet hoe het te beoordelen. Misschien dat ik over tijd haar waarde kan schatten.

dinsdag 10 mei 2011

Sonnet voor Charles

De jaren zijn niet voorbijgevlogen,
Ondanks al het leven en het plezier,
En het maakt niet uit hoeveel verjaardagen ik vier
Het geluk blijft buiten mijn vermogen.

En dat vermogen is geslonken,
Tot bridgen, breien en beeldbuis kijken
Terwijl de grond alsmaar wordt gevuld met lijken
En mijn geest meer en meer in gedachten raakt verzonken.

Het gras en de bloemen staan je steen goed.
Ze brengen iets nieuws aan je ondergang.
Iets wat m'n versleten geheugen nooit doet.

Maar Charles, ik ben niet meer bang.
Dit wordt mijn laatste groet.
Morgen gebeurt naar wat ik al elke dag verlang.

woensdag 4 mei 2011

Muziek <=> Woordkunst

Muziek en woordkunst (literatuur, poëzie, proza, liedjesteksten -ja, ik maak onderscheid-) zijn in mijn ogen al heel lang in competitie met elkaar. Wat ik hier ga proberen is een uiteenzetting te maken van de liefde-haat relatie tussen muziek en tekst, of althans zoals ik die ervaar. Nu, om onderscheid te maken en een tegenstellende relatie te bespreken. De tegenstelling ligt niet enkel op het niveau van de creatie, maar ook op het niveau van het effect.

Het verschil in creatie is vrij evident. De werktuigen (het woord instrumenten ga ik hier vermijden om geen verwarring te zaaien) zijn radicaal verschillend. Natuurlijk gebruikt een componist ook pen en papier om zijn muziek neer te schrijven, maar de grote vraag is dan of dit nog gezien kan worden als muziek.
Ik vrees dat ik het geen muziek zal kunnen noemen. Gelijk dat de blauwdruk van een gebouw geen gebouw is, is de verzameling noten op de notenbalk geen muziek. Ze zijn de richtlijnen ervoor. Het is pas wanneer de noten op een muziekinstrument worden gespeeld dat muziek gespeeld/gemaakt wordt.
We zien dus een fundamenteel verschil in de creatie van beide kunstvormen. Waar woordkunst zowel geschreven als uitgesproken de kunst op zich is, is enkel het uitvoeren van (vooraf gecomponeerde) muziekstukken de echte muzikale kunst.

Het verschil in effect is veel subtieler. Muziek is qua onmiddellijkheid de sterkste van de twee kunstvormen. Muziek kan in enkele noten de hele menselijke gesteldheid beïnvloeden. Door haar kan de luisteraar in luttele seconden overmeesterd worden door een sfeer, een gemoed. De reden dat ik hier sfeer gebruik en niet emotie/gevoel/sentiment hangt samen met de zwakte en de sterkte van muziek. Muziek mist definitie. De illustere emotie ontsnapt de pure (niet door andere media geaccompagneerde) muziek. Een muziekstuk kan een sfeer van blijdschap of verdriet oproepen, maar geen context of duiding.

Dat is het punt waar muziek voor mij onderdoet aan het woord, maar dat gebrek aan duiding is eveneens de kracht van muziek. Een sfeer concretiseren kost tijd. Duiden en definiëren kost eveneens tijd. Doordat muziek die taak niet op zich neemt, krijgt zij de kans heel snel te werk gaan en in luttele seconden te overmeesteren.

Maar woorden kunnen toch ook snel invloed hebben? De semantiek lijkt van dezelfde aard als de atmosfeer van een muziekstuk. Het grote verschil is dat woorden naar een concretere, hoewel nog steeds algemene, situatie of aard van emotie verwijzen, die ons dan leiden naar herinneringen en vooruitzichten die ons dierbaar of ongemakkelijk zijn. Dit verder leiden komt pas tot stand wanneer een minimum aan concretisering is bereikt. Dit verder leiden brengt ons dan uiteindelijk naar de ware definitie, zij het in een autonome situatieschets of een situatie die ons wordt voorgezet.

Nu misschien even tijd om verder over woordkunst uit te weiden. Dus waar muziek het voordeel van de snelheid had, heeft het woord het nadeel van de nood aan tijd. Een scène schetsen met puur omschrijvingen kost meer dan enkele seconden. Lezen op zich is een langzamere activiteit en de omschrijvingen dwingen ons haast de situatie in zijn concreetheid voor te stellen, terwijl we de semantiek van de gekozen woorden trachten te respecteren. Woorden komen van nature koeler over dan de noten van een piano of de akkoorden van een gitaar. Het inleven wordt zo dus bemoeilijkt. Maar datgene waar woorden altijd het finale middel voor zijn, is het duiden van situaties, relaties en emoties. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, maar woorden kunnen het beeld een plaats geven in het universum-verhaal, dat vervuld is met contingentie en verteld met een bergketen aan abstracte ideeën waarnaar slechts via kleine onderdelen kan gerefereerd worden, bijvoorbeeld aan de hand van affectie.

Woordkunst wordt niet gelimiteerd door tijd of ruimte (muziek evenmin). Het enige dat het woord bindt, is het woord. De haast eindeloze facetten die taal mogelijk maken (letters, woorden, semantiek, grammatica, spelling, tijd,...) vormen elke act van woordkunst. Zij zijn de transcendentale blauwdruk van het literair-poëtische gebeuren. Deze verwoording heeft me een vorige uitspraak van me in twijfel doen trekken: Is een partituur muziek? De eigenlijke meer dwingende vraag die ik moet stellen, is: moet muziek auditief zijn? Na een kort onderhoud met een paar muzikanten en muziekliefhebbers, lijkt mijn initiële stelling correct. Muziek moet auditief zijn, anders is het geen muziek (nutteloos intermezzo -gezongen door een engelenkoor-).

Nu ik de sleuteleigenschappen van beide kunstvormen heb besproken, zal ik de liefde-haatrelatie bespreken. Dit ga ik doen aan de hand van 2 punten waar zij elkaar ontmoeten en in een vreemde manier met elkaar interageren:

1) Gezang: Dit is de schemerzone bij uitstek (tenzij het over woordeloos gezang gaat). Woordkunst en muziek smelten hier samen en toch vormen ze geen homogene kunstmassa, net door hun tegengestelde eigenschappen. Het muzikale element vinden we in het brengen van de tekst, dat sterk verschilt van het gewone declameren of zelfs theatraal brengen van een monoloog/dialoog. Het muzikale is datgene dat evengoed geneuried kan worden. Het woordkunst-gedeelte zit logischerwijs in de woorden. Het is dat wat evengoed gefluisterd of geroepen kan worden. Nu allemaal goed en wel, maar veel geschemer lijkt er hier niet te zijn. Er is een duidelijke scheiding en zijn zelfs autonoom te bespreken. Waar is dan mijn vreemde interactie? Waar anders dan in de ervaring. Het is vrij moeilijk te duiden bij wat een gezang in zijn geheel hoort, omdat zang en tekst op elkaar raken afgestemd. Teksten worden ritmisch en de melodie probeert een sfeer te creëren die aansluit op de inhoud of de context (als men ironisch wilt zijn) van de tekst. Ze fuseren op een zekere manier, waardoor we de tekst zien als onderdeel of de zang als de manier waarop de tekst gebracht moet worden, maar dit samentrekken van de ervaringen van beide kunstvormen doet onrecht aan beide vormen. Ik wil hiermee niet zeggen dat ze gescheiden moeten blijven, dat zang en tekst niet mogen gecombineerd worden of dat we het geheel niet mogen appreciëren, maar we moeten rechtvaardig zijn in de kwaliteiten die we gebruiken in ons oordelen en ook over wat we oordelen. We kunnen ons niet uitlaten over tekst die we niet kunnen begrijpen. Daar kunnen we hoogstens oordelen over het gebruik van ritme en rijm. Net zoals we niet mogen zeggen dat de zong goed geschreven of diepzinnig was.

2) Muzikaal-tekstuele disharmonie: muzikaal-tekstuele disharmonie ontstaat wanneer de aard van de sfeer die de muziek oproept sterk of zelfs radicaal verschilt met de emotie en de inhoud van de tekst. Dit kan opzettelijk worden gedaan door de muzikant (een vaak voorkomend gebruik bij komische muziek) of doordat de tekst niet correct begrepen wordt (wat we zien bij de uitvoering van best veel nummers, bvb.: Hallelujah – Jeff Buckley -als ik nog een keer iemand dit zeemzoet hoor brengen, ...-). Het opvallende is dat bij dit laatste het altijd de tekst is die het onderspit moet delven (ik kan die uitdrukking nooit meer gebruiken zonder een fragment van Urbanus door mijn hoofd te zien flitsen). Hier zien we het snelheid-definitieconflict. Muziek heeft door haar directe impact en invloed op ons, het woord al grotendeels de kans ontnomen ons te bereiken en de diepere of waarlijke inhoud van het lied over te brengen, iets dat leidt tot een ondoordacht nazingen, nascanderen en citeren van de tekst waarbij de inhoud verloren gaat en we hervallen in een groep hopelijk muzikaal capabele papegaaien. Het is vak zo dat naar mate dat we het lied meer horen de muziek haar greep op ons wat verliest en we ook aandacht vestigen op de tekst (als we het lied tegen dan al niet gewoon wordt afgezet).

Ik hoop dat aan de hand van deze twee situaties duidelijk is hoe ik de relatie tussen muziek en woordkunst ervaar. Het is me opgevallen dat ik vooral nadruk heb gelegd op het conflictueuze gedeelte van hun relatie. Ik hoop dat dit geen afbreuk doet aan de evidente versterking en schoonheid de twee kunnen voortbrengen, die van een andere aard is dan die van de kunstvormen apart en op zekere niet met hen te vergelijken valt.