Ode aan de dood

Ode aan de dood

woensdag 15 juni 2011

One fell into the cuckoo's nest

The immaculate conception of a world within me
Beyond my comprehension and my reason
As it conquers all of my senses
With the force and brutality of a pathological Genghis Khan.

Almost biologically destined, but certainly genetically inclined
To be the black sheep on an ever-changing field
As the cerebral shepherd loses his way and lets the wolves in
More lost and incapable, than fleeing from reality or duty.

The unwanted and unwished Messiah
Son and plaything of the God of hallucination and fear
Begging for salvation from this surreal existence,
But salvation is found when the world stops spinning
And reason lays it to rest.

Hearing the voices of forlorn generations
Though the world outside stays silent
Demands of violence in name of purity and preservation
While the guile becomes resistant to water and soap.

This bizarro Wonderland that has formed itself
In the world my mind has created on its own
It lives unconnected with what is,
And believes in what it fears can be
Constituting the reason to its madness
A self-fulfilling prophecy of misinterpreting paranoia.

But there has been found help
In drug-induced normality
And chemical rationality
Influencing myself,
Changing the inner workings
Of that which determines
My being and my personality

Estranging myself from my body
In an attempt to win back that
Which sets man apart from animal
And the final goal of all that is ethical
The rational of man,
The source of its autonomy,
The victim of a power beyond my control
Though imbedded in my brain.

Freed from fear and nefarious psychedelic imagining
I live a life of ever-temporal sanity, made possible by the unnatural
In control of what I am and what afflicts me,
By affecting it with substances originally unknown
But necessary for a life among the people,
Whose existence is certain, but whose mindset is determined by who is lord of my cranial house, And by medicinal drug use, my mind can accept them as those loved and loving.

vrijdag 3 juni 2011

Vrijheid, filosofie en drama

Ik heb geen idee wat dit wordt, geen idee wat het onderwerp zal zijn en of het een echte conclusie zal worden. In een zekere zin is dat de visie die ik momenteel heb op mijn toekomst (een idee dat ik al heb ontkracht met een vriendin). Ik heb vandaag geleerd voor Historisch Overzicht. De filosofie van de moderne tijd in een notendop en het opmerken van de zinsvraag die langzaamaan haar legitieme oplossingen en haar publiek kwijtraakt, of toch in de systemen. En nu, nu ik moe ben en mentaal uitgeput. Nu rest er nog net die vragen die ik steeds minder bevredigd tegenkom in mijn cursus. Wat is de zin en wat zal ik met mijn leven doen? Wat zal ik betekenen voor deze godvergeten en god vergeten branche van onze maatschappij?

Het tegenwoordig standaardantwoord op de eerste vraag is: is er niet, heb gewoon plezier. Ik ga eerlijk zijn: dat kan ik niet. Ik kan niet zulke vrijheid aan en ik zie ook niet in hoe zo'n vrijheid kan volgehouden worden. Onze aandacht wordt steeds maar geleid door vrijheid, zoveel mogelijkheid voor zoveel mogelijk mensen. Maar we gaan verder en verder, geen oog werpend op de tegenhanger van vrijheid: verantwoordelijkheid. We strijden voor steeds meer vrijheid, maar missen vaak de verantwoordelijkheid die meekomt met die vrijheid. We zijn vrij in onze seksualiteit, maar vergeten een beetje de verantwoordelijkheid die we hebben om het alles een plaats te geven. Het is natuurlijk waar dat we meer en meer oog beginnen krijgen voor de gevolgen van onze vrijheid: de ecologische problematiek wordt besproken en aangepakt, we zien dat we zorg moeten dragen voor de economisch minderbedeelden. Maar dit worden verantwoordelijkheden van de staat, niet van ons. We willen vrij zijn van beperkingen die onze levensstijl aanpassen. De problemen zijn zaken van de staat. Maar weet je, NEE! We zijn allemaal vrij en we zijn allemaal verantwoordelijk. Tijd dat we eens stoppen te zeggen dat we niets kunnen doen! De staat kan helpen, maar het probleem stamt evengoed van ons en misschien moeten we maar eens accepteren dat een compleet liberalisme niet zo goed voor ons is als we denken. We moeten eens nadenken over hoeveel vrijheid we nodig hebben en wanneer we teveel hebben.

Wat ga ik met mijn leven doen? De Onbewogen Beweger moge het weten. Je hebt inderdaad het idee dat je keuzes maakt en dat is ook zo. Ik heb gekozen om filosofie te gaan studeren, tegen financieel en werkzekerheidgewijs advies in. Ben ik trots op die keuze? Trots over zo'n dingen is voor mensen die zich eerst gebonden hebben gevoeld aan het advies erover. Heb ik me dan niets aangetrokken van dat advies? Natuurlijk wel, ik denk ook wel na over m'n keuzes. Maar ik stond op m'n keuze en op m'n vrijheid en heb gekozen. Sartre heeft gezegd dat als je een ethische keuze maakt, dat je ze dan met heel je zelf moet maken. Ik weet niet of dat wel zo is. Er zijn niet veel dingen waar je zowel rationeel als emotioneel in kunt opgaan. Liefde is een wonder en acht ik van nature goed, maar het is 1. zinverbijstering 2. iets waaruit we soms moeten ontsnappen en dat is vaak iets dat moet komen door een reflectie over onze emoties. De mens heeft de wonderlijke eigenschap van zijn eigen te kunnen contradicteren. Zoals we keuzes kunnen maken met ons hart en met ons verstand, kunnen we ook die keuzes aanpassen vanuit deze twee "principes". De mens geniet het voordeel van twee bronnen van gedachten te hebben, maar ze kunnen allebei even schadelijk zijn. We zitten dus al meteen in een conflict met onszelf. We zullen vaak een keuze maken vanuit één bron en dat ervaren we dan als vrijheid, maar de ander kan tegenwerken en daar zit er al een grens aan de vrijheid. Ook de tijd past onze vrijheid aan. De keuze die gemaakt wordt, wordt anders ervaren wanneer er wat tijd voorbijgegaan is. Er komt een nieuwe keuze en we gaan dus weer onszelf aanpassen. Maar...is dat wat ik moet verstaan onder vrijheid? Het herhaaldelijk kunnen kiezen vanuit een gedachtebron die misschien wordt tegengesproken door een andere? Ik kan zelfs niet iets kiezen en daar m'n leven lang voor kiezen? Je kunt het natuurlijk zien als een vrijheid om niet heel je leven hetzelfde te doen, maar...ik wil m'n leven lang lief hebben, m'n leven lang gelukkig zijn, een job vinden die ik m'n leven lang wil doen...een job vinden die ik m'n leven lang wil doen...een job vinden...Ik kan in godsnaam zelfs niet een job kiezen. Ik moet ze godverdomme nog vinden ook. Ik moet in de gemeenschap waar ik leef iets zoeken tussen alle dingen dat zij als geldwinst aanbiedt en dan moet ik maar proberen iets te vinden dat me genoeg aanstaat om me niet te laten sterven als een perfect functionerende, doodgestresseerde hersendode zak vlees. Kan ik niet m'n eigen job creëren in plaats van een invulling te moeten geven aan één van de opties die me gegeven wordt? Is dat mijn vrijheid? Het invullen van een kader? Maar misschien ga ik nu wat te ver. Ik ben heus vrij, ik mag tenslotte men job kiezen. Goed dus ik heb jobvrijheid en ik mag veranderen als het me dan toch niet aanstaat. Prachtig. M'n zin mag ik ook zelf kiezen. M'n eigen doel, m'n eigen onderhoud. Want ik moet mezelf natuurlijk onderhouden. Eten kopen, kleren hebben, warmte voorzien...ok, dus ik ben niet vrij van mijn fysiologische benodigdheden. Of van m'n hormonen anders kon m'n hart niet kiezen...maar dat zal wel het enige zijn waar ik in m'n natuur afhankelijk van ben...het naturalisme zegt van niet...het sociobiologisch determinisme zegt ook van niet...Maar ik heb controle over m'n eigen natuur. Perfectibilité volop. De rede zal me vervolmaken...de rede zal me vervolmaken...klinkt als een kille schreeuw in een leegte van wantrouwen...Hebben Schopenhauer, Freud en Nietzsche ons dan niets geleerd? Baas in eigen geestelijk huis? Tzal ni waar zijn. Vrijheid van het onbekende in de geest...wat is dat nu voor een vrijheid? Maar ik kan er tegenin gaan. Ik kan het controleren. Ik maak vrije keuzes! Ik controleer de natuur. In m'n bakstene huis, onder m'n dikke jas en met het geteelde voedsel op m'n bord. Prachtig toch die vrijheid, gebracht door de wetenschap. De wetenschap zal me vrijheid geven. Ik zal een vrij leven leiden. In een wereld die door de mens wordt bepaald...door de mens en door niets anders...waarom kan ik niet anders dan de mens zeggen? Door een soort van gemeenschapsgevoel? Door een identificering met m'n soort? Nee...dat is het niet. Het komt omdat...omdat...de mens iets anders is dan mij. Het is niet iets dat mij aanbelangt. Het is een instantie geworden die me transcendeert, die keuzes zou maken in mijn naam. Een soort nominalisme dat me wil helpen door dingen te doen die ons als mens(heid) vooruithelpen, ons vrijheid geven van de natuur. Maar dit nominalisme begint precies tegen mijn eigen wil in te gaan. Het begint mij te controleren in zijn queeste om de natuur te controleren. In de mens zijn zoektocht naar vrijheid, begin ik precies wat vrijheid kwijt te raken. Ik word gedwongen tot vrijheid. Uiteindelijk verbaast het me dat we nog zo'n geloof in de vrijheid hebben.

Wat zal ik betekenen voor de filosofie? In feite bevat deze vraag 2 delen: 1) Heb ik genoeg vernieuwend inzicht in deze wereld om iets van waarde te kunnen toevoegen aan de filosofie? 2) Zal mijn inzicht aanslaan? Er is een reden dat ik godvergeten en god vergeten zei. Godvergeten omdat, laten we eerlijk zijn, buiten de filosofie heb je niet veel kans om naam te maken als filosoof. Dan...god vergeten...zijn we god vergeten? Ik bedoel dan niet de idee 'God', want dat kennen we nog van het Christendom, het Jodendom en de Islam. Hell, we zitten vast in een monotheïstisch paradgima als je het mij vraagt. Maar zijn we niet vergeten hoe het is om te steunen op iets dat je niet vat, dat buiten je ligt, waar je niet mee kan communiceren? Zijn we vergeten wat het is om te geloven in iets dat je nooit kan zien, dat je nooit kan bevestigen? Als dat wel zo is, waar steun ik dan op? Op wat kan ik nog steunen? Iets van deze wereld...oké, ik zal steunen op de ander...op de ander...Levinas kruipt weer op...Ik ken de ander niet. Hij is iets anders, iets dat mij te buiten gaat en dat fundamenteel doet. Maar als ik niet kan steunen op een algoede god, waarom zou ik dan steunen op een onvolmaakte ander? Omdat ik met hem kan praten? Is dat het? Ik moet aannemen dat hij het goed met mij voorheeft en hem vertrouwen op zijn woord...Het geloof in iets buiten deze wereld is verdwenen en lijkt me zo meer en meer het geloof in al wat buiten mij zit weg te nemen. Dus...wat als mijn inzicht dan net een dergelijke klassieke metafysica is? Dat ik weer iets buiten ons wil zetten? Zullen mensen een herbronning vinden of zal ik godvergeten en mensvergeten ten ondergaan als één van de kleine implicietelingen? Maar misschien loop ik wat voor op mezelf. Misschien moet ik maar eerst eens mezelf vragen of ik überhaupt genoeg inzicht heb. Ja en nee. Ik ben een meester in de aforismen en de korte schetsen (iets wat een beetje typisch is voor het literair-poëtisch filosoferen. Alle schrijver-filosofen lijken dit te doen, van de Montaigne tot Nietzsche -niet dat ik me meteen met hen vergelijk-). Maar zelf een groot idee vormen? Ik denk niet dat zoiets me zal overkomen. Ik ben geen systeemdenker. Een systeem vind ik gewoon zo al te gesloten en zal altijd een aspect missen. Ik ben meer een praktisch filosoof, hoewel...Is het mogelijk om een praktisch filosoof te zijn, zonder eerst waarheid te zoeken? Een doel te geven? Als ik puur praktisch filosoof word, zal ik dan niet terugvallen in de zinloze vrijheid en ontwikkeling waar ik hierboven zo tegen ben uitgevlogen? Is het mogelijk om mensen te helpen in hun levenswandel, zonder hen een optie te geven wat de bestemming van die wandeling is? Kan ik een kaart geven zonder een stipje te zetten? En als ik geen doel kan aanduiden, wie zegt dat ik dan een stip kan zetten waarbij staat: “u bevindt zich hier”? Hier? Waar hier? Ja, op dit punt...maar euhm...bij welke lijn hoort dit punt? Dat mag ik zelf kiezen? Maar de reden dat ik een kaart vraag is omdat ik geen lijn heb, ik ken m'n route niet. Heb je geen voorstellen? Ah, je hebt geen aanraders...Welke volg jij? Je hebt er ook geen? Maar mag ik toch niet met jou mee? Ik moet m'n eigen route uitstippelen, daar hebben we voor gevochten, zeg je...Ik ben bang...
Ik hou niet van systemen, maar ze lijken haast onvermijdelijk...Misschien word ik wel een Bacon of een de Montaigne...een opstapje voor het volgende grote ding...de volgende grote vrijheid waar we achteraan lopen. We geloven allemaal in dit scepticisme, in die wisselgang van de waarheid. Er geldt een regel in de metafysica tegenwoordig: Kies je visie, kies je waarheid, kies je leugen. Ik vrees dat er tijden komen dat we hetzelfde devies dragen in de immanente wereld en ik vrees dat die tijden dichterbij zijn dan we denken.

De initiële reden van dit essay is het "simpele" concrete feit dat ik niet weet of ik filosofie moet blijven doen of dat ik drama moet proberen aan het conservatorium...