Ode aan de dood

Ode aan de dood

vrijdag 5 november 2010

Pseudo-persoonlijkheid

Deze gedachte heeft mij de laatste tijd wat bezig gehouden. Het begon met een gesprek met iemand die mij nogal stereotiep overkwam. Ik vond het een vreemd idee dat iemand zich zo textbook case kan gedragen. Het deed me denken dat de persoon geen eigenlijke persoonlijkheid had maar gewoon een stereotype heeft gekozen dat hem enig zins past en en dat gebruikt om zijn geest te vormen.

Na daar even over na te denken leek dat me onwaarschijnlijk, aangezien dat zou willen zeggen dat er een soorten van verzamelingen van situaties/evenementen/gebeurtenissen zouden zijn die ervoor zorgen dat iemand een stereotype zou worden. Die verzamelingen zouden tegelijk specifiek moeten zijn om te verklaren dat niet iedereen valt te plaatsen onder het stereotype van die verzameling, maar ook algemeen genoeg om de verschillende levenssituaties te omvatten waar de stereotiepe personen zich in bevinden. Ze komen overal ter wereld voor. Ongeacht hun geografische of sociale plaats. Dat zou ook willen zeggen dat alle culturen dezelfde basis hebben (wat misschien één van de grotere zwakke plekken is van mijn gedachtegang).

Natuurlijk moeten ook deze stereotypen een oorsprong kennen, net zoals hoe zij in de cultuur zijn geraakt. Doorheen de tijd zijn er mensen zijn die wel hun eigen persoonlijkheid hebben ontwikkeld. Door verscheidene (traumatische) evenementen in hun leven, hebben zij hun genetische predisposities verder laten evolueren tot een daadwerkelijke unieke persoonlijkheid. Diegenen rond hem zagen zijn karakteristieken en vernamen zijn denkwijzen. Doordat zij zelf niet helemaal in staat waren een uniek 'ik' te ontwerpen, zijn zij hun eigen basiskaraktereigenschappen gaan vergelijken met die van de unieke persoonlijkheid. Door datgene dat aansluit met die eigenschappen over te nemen (bepaalde gedragingen of overtuigingen) hebben zij zich geleidelijk aan verzadigd met delen van een persoonlijkheid. Zo heeft hij zijn eigen pseudo-ik samengesteld. Dit pseudo-ik laat hem functioneren binnen de maatschappij en staat hem toe sociale relaties aan te gaan tussen mensen die een gelijkaardige “neppersoonlijkheid” hebben.

Als we deze stereotypen een belangrijke rol geven in de persoonlijkheidsvorming van het individu, dan moeten we deze ook een plaats geven in de cultuur. Zoals ik hierboven al vermeld heb, zie ik deze unieke persoonlijkheden als een soort van trendsetters. Naarmate dat er meer mensen eigenschappen van deze 'unieken' overnemen worden zij een vaster fenomeen in de cultuur en de maatschappij. Op die manier zullen zij als een soort van cultureel erfgoed worden beschouwd en blijven ze in de cultuur aanwezig.

Ook kunnen we een onderscheid maken tussen de “vergankelijkheid” van stereotiepe kenmerken en in grotere schaal misschien van stereotypen in het algemeen. We kunnen duidelijk zien dat gedrag sterker en langer aanwezig zijn dan gedachtegangen. Doorheen de hele geschiedenis zijn er ontelbaar vele belangrijke visies geweest op het leven, de kosmos en de mens. Een ongelooflijk groot deel van hen hebben veel aanhang genoten. Maar er zijn tijden van komen en tijden van gaan en de wereld van het denken volgt maar al te vaak de dialectiek en zo ontstonden er thesen, antithesen en synthesen. Stromingen kwamen op, ontmoetten weerstand en gaan op in een verwerking van beiden. Er is een constante afwisselingen van wat een “populaire” stroming is. Om die reden kunnen we stellen dat ook de stereotiepe gedachten aan de mode onderhevig zijn. Maar dan komt er de kwestie van waarden op. Zij lijken al zowat sinds mensenheugenis te bestaan. Hun bestaan kan verklaard worden door de normen die er aan verbonden zijn. Om dit te verduidelijken schakelen we over naar de stereotiepe gedragingen.

Pesterijen, oorlog, naastenliefde, trouw en dominant gedrag zijn gedragingen of waarden waar normen (en dus een bepaalde vorm van gedrag) aan verbonden zijn. Die gedragingen lijken krachtiger te zijn dan de intellectuele stromingen. De reden hiervoor is toegankelijkheid.
Aan gedragingen of handelingen gaat vaak geen ingewikkeld denkproces vooraf. Er is niet steeds een argumentatie of een verwoording nodig. Dit zorgt ervoor dat veel mensen het gedrag kunnen kopiëren zonder dat zij daarover aangesproken worden en een uitvoerige evaluatie en verklaring aan hun gedrag moeten geven. Die vrijheid is aanlokkelijk voor een grote groep, wat ervoor zorgt dat ze frequenter en langduriger wordt uitgeoefend. Doordat ze frequenter wordt overgenomen blijft ze bestaan en raakt ze verspreid. Die verspreiding zorgt voor een algemene basis en waardesysteem in de verschillende culturen.

Biologische versterking van stereotypes:

Tijdens het schrijven van deze uiteenzetting ben ik tot het idee gekomen dat doordat sociale contacten tussen mensen met dezelfde pseudo-persoonlijkheden sterker zijn, zou men kunnen denken dat via opvoeding en ook voortplanting hun predisposities (en dus geneigdheid een gelijkaardige pseudo-persoonlijkheid aan te nemen) zullen doorgegeven worden.



Om af te sluiten nodig ik diegenen die dit lezen mij hun reacties en ideeën mee te delen, zijnde in de vorm van mail, reacties op de blog, telefoongesprekken, sms'en of face-à-face.

1 opmerking:

  1. Ik apprecieer onverwacht aangerijkte teksten die ik drie tot driehonderd keer moet lezen alvorens er stukken uit te begrijpen. En dan nog, ik weet niet of ik ze zo wel begrepen heb, maar dat hoeft ook niet, integendeel. Het voelen dat ik ergens niet bij kan, is een betoverende ervaring. Misschien omdat het een hoogdragende hoop geeft om ooit toch te begrijpen wat anderen weten.

    Daarom deze blogcommunicatie (eerder wat losse overpeinzingen van het avondmoment) op je tekst.

    Wanneer men 'een stereotype KIEST' en ‘zijn geest wil VORMEN’, getuigt dit ook niet van een zekere persoonlijkheid?

    En waar is het bewijs dat niet alle culturen eenzelfde basis hebben? Culturen van mensen, of culturen van patronen, van landschappen en vormen? Universumculturen? Ergens, heel ver weg, moet er een eenheid zijn, die we soms voelen dat deze er is wanneer onze linkerhersenhelft wat uitrust.

    We weten momenteel ook in de wetenschappen dat niet alles door onze genen wordt geregeld (na de euforie over het DNA en daarna het menselijk genoom). Heel wat wordt geschreven over epigenetische fenomenen. Alles wat letterlijk ‘boven’ de genen staat. Alles wat onze genen doet actiever worden of eerder uitdoven, naargelang ...dat weet men nu juist nog niet. Waarschijnlijk ook omdat er inderdaad te weinig unieke persoonlijkheden zijn die dit verder kunnen ophelderen.

    Het zijn niet zozeer de unieke persoonlijkheden in onze cultuur, maar juist diegene met pseudopersoonlijkheden die trendsetters willen worden. Want ik denk niet dat dit het doel is van de eerste groep.

    Archeologische ontdekkingen ipv cultureel erfgoed. Voor eeuwenlang verborgen tot een archeoloog ze opgraaft en bestudeert. En ze vermoedelijk ook volledig verkeerd interpreteert.

    Aan gedragingen en handelingen gaan er juist wel ingewikkelde denkprocessen vooraf, maar dan denkprocessen en argumentaties van al de cellen in ons lichaam, niet alleen van onze hersencellen. Wel van de ‘breinen’ van onze ontelbare cellen die ons lichaam vormen. Breinen die deze denkprocessen gedurende 500 miljoenen jaren hebben gevoerd over vele generaties en levensvormen heen om uiteindelijk tot de handelingen te leiden die wij, mensen in 2010, uitvoeren.
    En die celbreinen gaan verder met denken in 4010, 40010,...

    Of zal er ooit een stop gezet worden aan de werking van celbreinen? Door pseudo-genen die in de mode komen en de nieuwe epigenetische trends zullen verder zetten...

    BeantwoordenVerwijderen