Ode aan de dood

Ode aan de dood

maandag 19 december 2011

Picadilly Notebook Entry #17


07/12/2011 Kerstexamenblues

Eééén het is december! De laatste collegeweken zijn vertrokken en binnenkort is het kerst en Nieuwjaar. Sinterklaas is al geweest en misschien komt het doordat het jaarthema voor de jeugdbewegingen van dit jaar (Armoede is een onrecht, maak er spel van!) invloed op me heeft, maar ik ben blij dat het niet zoveel is geweest, hoewel er ook nog de cinema en de Quick/McDonald-maaltijd op de kosten van ons moeder en de Jos, wat ook geen goedkope dingen meer zijn.
Met elke dag dat de blokperiode dichterbij komt, stijgt de stress. Ik heb ook niet meer mijn nonchalance die ik had doorheen het middelbaar en het lager onderwijs. Elke examenperiode lijkt nu gepaard te gaan met een existentiële crisis aangaande mijn studiekeuze en mijn potentieel binnen het domein van de filosofie. Zal ik de metafysica redden van Nietzsche en Kant?
Zal ik een literair filosoof worden, de Voltaire van de Lage Landen, de Michel de Wilrijk of de Kundera van België dat tegen dan hopelijk nog bestaat? Of zal ik de in de filosofische vergetelheid raken tot de volgende grote geest, misschien opgesloten in de bibliotheek voor het weekend omdat het personeel hem vergeten was, het stof eens van mijn boek blaast en inspiratie vindt of op de oplossing tot een probleem tuimelt en zo zijn meesterwerk kan voltooien en mij de twijfelachtige eer van een voetnoot schenkt? Word ik een voetnootfilosoof, het zwarte schaap of de nieuwe Messias van Post-post-moderne Tijd?
Maar nu vertrek ik vanuit de vooronderstelling dat door mijn Bachelor en Master Wijsbegeerte raak, maar het is maar al te denkbaar dat ik daarvoor al breek. Wat ik dan ga doen, daar heb ik geen enkel idee over. Misschien toch maar eens serieus aan een artistieke carrière beginnen werken. Proberen gepubliceerd te worden of een toneelgezelschap ineen te steken. Maar ja, als er nu een onzekere beroepswereld is,...
Naar de politiek dan maar! Daar kan eender welke oelewapper in doorstoten precies. En al dat werk dan? Daar heb ik dan assistenten voor. Het enige dat ik moet doen is mijn zegje doen, mijn stem laten horen en charismatisch zijn. Check, check en check!
Plan C staat dus vast. Ik hoop voor ons allen dat A of B slagen en dat ik nooit de politieke arena (of crèche, al naargelang uw cynisme) betreed.

zaterdag 10 december 2011

Picadilly Notebook Entry #16


27-10-2011 Het universeel paradigma

Wat ziet de mens toch graag de verschillen. Hij staat zich blind op kledij, kunst, geloof en gewoonte, terwijl het net die dingen zijn die ons een maken die de grootste bron van vreugde en lijden zijn. Onze passies verbinden ons tot een soort, een jaloerse soort die liefheeft, vrijt, kust, knuffelt, haat, doodt, slaat, schopt, vreest, huilt, vertrouwt, wantrouwt, hoopt, wanhoopt, beschuldigt en vergeeft. De mens vergeet vaak deze menselijke grond omdat hij zelf teveel onder invloed staat ervan.
Goed, na dit begin dat mijn overstap naar het eigenlijke onderwerp van dit essay erg bemoeilijkt: tijd! Tijd, dat wat we bezitten door het te verspillen. Tijd is het universele paradigma, dat axioma, die categorie die ons een besef van vervloeiing geeft, vervloeiing in iets nieuws of in de herneming van het begin of in het ergste geval: vervloeiing in het niets.
Wij zijn psychologisch compleet afhankelijk van het idee “Tijd” en de beleving ervan. De mens verliest zijn grip op de realiteit als hij zijn grip op de tijd kwijtraakt, maar toch hebben we geen directe ervaring van tijd. (En hier staat of valt heel dit stukje. De komende argumentatie zal een logisch en interessant standpunt moeten tonen.) Ik zeg dat we geen ervaring van de tijd als een onafhankelijke instantie. We ervaren geen seconden of jaren. We ervaren enkel de verandering in de fysieke wereld of het verloop van onze gedachten. Het zijn die ervaringen die we dan afbakenen aan de hand van tijdeenheden, maar een seconde ervaren zonder minstens een van de twee anderen gebeurt niet en ik derf zelfs zeggen is onmogelijk. Daarom dat de tijd kan vliegen of kruipen, omdat er geen zekere, onafhankelijke perceptie van de 4de dimensie is (kwestie van eens andere bewoordingen te gebruiken). Het voorbeeld bij uitstek 'in de goede oude tijd' voor het verleden, 'dezer dagen' voor het heden en 'een nieuwe tijd breekt aan' voor toekomst (samengaan met het heden). Hier komen ook ineens de 3 tijdscompartimenten aan bod. Onze verhouding tot drie is misschien even bepalend als ons tijdsbesef zelf. De doelen die we horen na te streven en de normen die we moeten volgen worden sterk bepaald door welk tijdscompartiment centraal staat in een (sub-)cultuur. Doordat er een grote tijdspanne was waarin ik deze entry, dit essay, uit het oog verloren had, is mijn enthousiasme om het grotere doel er van uit te werken weggeëbd. Indien er toch vraag naar is, laat het dan maar weten. Waar ik mee eindig is: misschien moeten we eens gaan hercentraliseren.